“Het systeem van schijnbare chaos is eenvoudig en intuïtief . Het heeft weinig beperkingen of regeltjes, waardoor je zo aan de slag kan.”, zegt Kurt Vandommele. Hij is gepassioneerd door natuurlijk tuinieren volgens het systeem de schijnbare chaos. Ik vroeg me af: schijnbare choas, wat bedoelen ze daarmee? Ik volgde een online lezing, kreeg antwoord op mijn vraag en vele praktische tips en voorbeelden van Kurt . Deze lezing is een onderdeel van een online Permacultuur conferentie geïnitieerd door Frank Anrijs van YGGDRASIL. Behalve Frank zijn er vele andere lesgevers die tijdens deze tweedaagse online conferentie hun kennis delen.
Het artikel over ‘schijnbare chaos’ voeg ik toe aan mijn ‘Over de Heg – opdrachten’ voor mijn opleiding tot Herborist aan Kruidencentrum De Sprenk.

Jaar: 1 (2023-2024)
Door: Kim Voets, leerling herborist
Opdracht: Over de Heg, jaar 1: Schijnbare chaos
Lesgever: Teler Kurt Vandommele

VOEDSEL KWEKEN MET SCHIJNBARE CHAOS 

Kurt vertelt het verhaal over de (r)evolutie die in zijn tuin heeft plaatsgevonden. Vanaf 2006 ging hij over van een zeer bewerkelijke combinatieteelt op permacultuur. Hij neemt ons online mee naar zijn eigen tuin, waar hij aan de hand van voorbeelden laat zien wat  schijnbare chaos inhoudt en hoe hij te werk  gaat.

De klassieke manier van telen

Kurt vond veel nadelen aan de klassieke manier van telen; het was repetitief en bestond uit veel overbodige werkzaamheden. Hij kon geen moment de tuin verlaten omdat deze constant aandacht en ingrepen vereiste. Bovendien was de oogst variabel en onvoorspelbaar. Toch had deze methode een klein voordeel: het zorgde voor een schijnbaar nettere en meer geordende tuin.

Toen de variëteit en de hoeveelheden van de klassieke teelt hem te beperkt werden en de regels van de combinatieteelt hem te veel waren, koos Kurt voor een ander systeem: schijnbare chaos.

DE KENMERKEN VAN SCHIJNBARE CHAOS 

1) Chronologisch werken
2) 4 principes
3) Organische lijnen

Ad 1. Chronologisch werken
♣  Veel hobbytuiniers  beginnen in de lente, ze ruimen hun winterbedden op, halen het onkruid eraf en beginnen met planten en zaaien. Voor Kurt begint het seizoen in de herfst: hij gaat alle bedden mulchen met organisch materiaal zoals: smeerwortel, blad en het gras dat hij maait in de tuin, in een laagje van 10 centimeter, met stro erop. Zijn bedden worden hierdoor in de winter niet blootgesteld aan de elementen en zijn ‘medewerkers’ (wormen e.d.) op een rustig tempo kunnen aan het werk blijven en de bodem goed kunnen bereiken.
♣  Daarna kijkt hij volgend jaar wil eten en telen, maar kijkt niet naar wat, wáár zou moeten staan.
♣  Als hij zijn wensenlijstje af heeft, maakt hij een teeltplan op, een tekening van de eerste zaai van groenten, kruiden en bloemen in ieder bed.
♣  Daarna bestelt hij in december de zaden
♣  In het voorjaar plaatst hij de zaden tussen de mulch, er zit geen onkruid onder de mulch.

Ad 2. Vier criteria waarmee je rekenig houdt
     1) Grootte van de plant
: zo boven zo onder. Een plant is een soort spiegel, is hij boven de grond groot, dan meestal onder de grond ook (sla, wortelen, uitzondering is: mais).
Als je rekening houdt met de grootte van de plant, is er:

– minder concurrentiestrijd onder je planten, om de wortels kwijt te kunnen. Een plant met veel wortel kan dus heel goed naast een pen-wortel geplant worden. Zet nooit twee rijen van hetzelfde naast elkaar
– meer productiviteit; de planten kunnen op hun gemak hun plaats innemen en uitgroeien
– effectiever ruimtegebruik
– natuurlijke mulching, de planten die breed uitvallen gaan de bodem beter bedekken

     2) Geur van de plant
Plaagdieren en bestuivers, gaan af op hun voor- en afkeur van geuren. Hoe meer er van hetzelfde bij elkaar staat hoe makkelijker de plaagdieren (belagers) deze gaan vinden.  Bij een rijtje planten van max. 2 – 3 meter lang, is dat veel moeilijker.  Het maken van een doolhof en het gebruik van kruiden met sterke geuren, maakt het nog moeilijker voor belagers en voor bestuivers juist makkelijker.

     3) Kleur van de plant: je wil zoveel mogelijk kleuren hebben in je tuin, dus zorg voor vele tinten groen, varieer en diversifieer in soort: verschillende soorten sla en kool door elkaar. Plaagdieren hebben een voorkeur voor bepaalde kleuren. Je kan dus verwarring veroorzaken. Kleinere vlekken met kleuren en -schakeringen vallen minder op.

     4) Structuur van het blad
Plaagdieren hebben ook een voorkeur voor een bladstructuur. Let dus op variatie in textuur en vorm en maak er een doolhof van.

Ad 3. Organische lijnen
In de natuur vindt je geen rechte lijnen terug; ze zijn efficiënter, geeft meer opbrengst -je kunt meer zaaien in een golvende lijn dan een rechte, en in de bochten van de golf, kan je weer een andere plant zetten- en je hebt meer dynamiek in de tuin. 

Kortom: zaaien en oogsten volgens de schijnbare choas, houdt in:
Je werkt volgens de 4 principes (grootte, geur, kleur en structuur). Je zaait of plant in golven en plant ook in de ‘holtes’ van de golven, het is heel simpel belangrijkste is om rekening te houden met de grootte van de plant, je hebt meer opbrengst vanwege de plek die je benut, je hebt meer variaties van groenten, dus meer variatie op je bord!

* Het is mooier (dit is subjectief uiteraard).
*Je oogst in fases, dus minder werk(pieken).
*Je mulcht bij dus veel minder onkruid. 

De ‘medewerkers’ in je tuin

© De Herborist van Aalden. Schijnbare chaos, lieveheersbeestjes
© De Herborist van Aalden. Schijnbare chaos, regenworm

SCHIJNBARE CHAOS, OVERIG ADVIES

  • Plant wat je vaker moet oogsten niet in het midden, maar in de buitenste rij.
  • Wortel en ui plant je goed naast elkaar aan de rand, ook sla en snijbiet aan de randen (laat de wortel van sla en kool zitten, soms groeit deze terug en je woelt de aarde minder om wat rust voor het bodemleven betekent ). Zet pastinaak of mais in het midden.
  • Laat stengels gewoon staan. In het voorjaar kan je ze knakken er er mulch van maken op dezelfde plek.
  • Zaai in de mulch, je hoeft deze alleen een beetje aan de kant te schuiven.
  • Zorg voor diversiteit (kleur, geuren, grootte)
  • Maak slimme combinaties.
  • Koester je bodem, door continue te mulchen, en zorg voor rust in de bodem. Plaats groenten waarbij de bodem gewoeld moet worden, zo veel mogelijk bij elkaar.
  • Wissel vaak: zet om de 2,5 meter rij iets anders.

TENSLOTTE, ENKELE TIPS

Wat past niet (makkelijk) in de groentebedden van een schijnbare chaostuin?
– Aardappelen: werkt niet aan de rand, ook lastig in golven te plaatsen en de bodem moet –  helemaal worden omgewoeld. Hij zet de aardappelen nu in losse compostgrondgrond en kan ze makkelijk oogsten, door alleen een  beetje te schudden. In de gaten zet hij winterprei met wat mulch ertussen, de bodem hoeft verder niet te worden omgewoeld.
– Tuinbonen en erwten: de staken werken niet goed in golven en hebben een omheining nodig.
– Aardbeien: laten zich lastig inpassen. Nu maakt hij een hakselpad (bed) van 15 cm dik en plant hier kluitjes aardbeien, met de voeten net in de aarde en hij laat het 3 jaar staan. Het haksel is vergaan en de aardbeien mooi.  
– Pompoenen: laten zich niet goed in bedden inpassen. Hij zet ze wel in een kippenhok of in een border.
– Rabarber: deze zet hij in de border als sierplant. 

Vind je dit interessant? Ontdek meer

Meld je aan voor mijn nieuwsbrief. Ik inspireer je graag!

© 2024 Kim Voets | De Herborist van Aalden | Alle rechten voorbehouden